Van een natuurlijk evenwicht naar een rijkunstig evenwicht!
Om het trainen van een paard overzichtelijk te houden en voor iedereen toegankelijk, is er een stappenplan voor de opbouw van de trainingen bedacht. Deze stappen zien er als volgt uit:
Fase 1: Aanleren van de hulpen
Fase 2: Verticaal evenwicht
Fase 3: Horizontaal evenwicht
Fase 4: Zijgangen
Op deze pagina gaan we in op: Fase 3: Horizontaal Evenwicht.
Fase 3: werken naar Een horizontaal evenwicht
Wat is een horizontaal evenwicht?
Kenmerken van een horizontaal evenwicht zijn:
- Dat je paard makkelijk kan versnellen en vertragen. Een paard dat zijn gewicht naar voren gooit zal immers moeite hebben te remmen.
- Dat het dijbeen even ver naar voren als naar achteren zwaait.
- Neusje niet dieper dan borsthoogte.
Waarom willen we een horizontaal evenwicht?
Een horizontaal evenwicht komt heel erg van pas bij:
- Het aanleren en uitvoeren van de zijgangen. Valt het paard achter zijn hals aan en hangt de ribbenkast laag in de schouders, dan trekt de voorhand als het ware de achterhand mee en is scharen ontzettend moeilijk.
- Het uitvoeren van een prettige ronde galop. In de galop moet de ribbenkast omhoog, wat een stuk moeilijker is wanneer een paard de ribbenkast lager tussen de schouders heeft hangen.
- Wil je met een grotere pas gaan rijden, dan wordt een horizontaal evenwicht steeds belangrijker. Wanneer een paard zijn ribbenkast tussen de schouderbladen kan optillen, maakt het plaats voor de dijbenen om verder naar voren te zwaaien, net zo ver als de achterbenen naar achteren afzetten. Hierdoor vergroot de paslengte zonder in de voorhand te vallen.
Werken naar een relatieve oprichting..
Paarden hebben geen sleutelbeen. De ribbenkast hangt in een soort hangmat van allemaal spieren. Je paard naar een beter horizontaal evenwicht rijden is je paard helpen zijn ribbenkast tussen de schouders op te tillen en dat de achterhand de ribbenkast ondersteunt.
Dit noemen we een relatieve oprichting. Daarentegen heb je ook een absolute oprichting, hierbij tilt het paard vooral zijn hoofd op, waardoor er ook een horizontaal evenwicht ontstaat, alleen heeft de wervelkolom daarbij een totaal andere vorm. Zie in de tekeningen hieronder. Bij de klassieke dressuur gaat de voorkeur uit naar de relatieve oprichting, omdat in deze oprichting er minder scherpe hoeken ontstaan in de wervelkolom en het in een latere stadium een positief effect heeft op de paslengte, tact en energie.
Voor meer info over een relatieve oprichting, kijk op Dragen van de ribbenkast.
Wat gaan we doen om het horizontaal evenwicht te verbeteren?
Voor het kunnen beïnvloeden van het horizontaal evenwicht is een goede zit wel heel belangrijk. Vooral het kunnen beheersen van je zwaartepunt zonder je knieën op te trekken of naar het zadel te drukken vergt veel oefening en beheersing.
De oefeningen die je kunt verwachten tijdens de les zijn:
- Zitles: welke spieren moet je leren activeren, welke moet je leren ontspannen bij het verplaatsen van je zwaartepunt.
- Leren doorzitten.
- Tempo wisselen met je stem en zit in stap en draf zonder dat je paard verticaal uit evenwicht valt en de ontspanning verliest.
- Overgangen draf-stap-draf in verticaal evenwicht, met een ontspannen bovenlijn en waarbij de energie voor je binnenbeen kan blijven.
- Overgangen galop-draf-galop, gelet op verticaal evenwicht en de energie voor je been houden.