Welke spier ontspannen?

Nu dat we een idee hebben naar welke houding we willen werken (zie het hoofdstuk Houding: de wervelkolom voor verdere uitleg) en welke houding een paard van nature aan wil nemen (zie hoofdstuk Verticaal evenwicht voor verder uitleg), kunnen we gaan bepalen welke spieren een paard moet leren loslaten.

Een paard dat verticaal uit balans is, zal zijn hoofd optillen en zijn wervelkolom kort maken.

Verticaal in evenwicht, zodat de wervelkolom zich lang kan maken en voor de borst open blijft.

De lange rugspier

De spier die verantwoordelijk is voor het samentrekken van de wervelkolom is de onder andere de lange rugspier. Deze spier loopt vanuit het heiligbeen en darmbeen over de rug en schouderbladen naar de 5de, 6de en 7de halswervel.

Functie van de lange rugspier

De lange rugspier is een vlezige spier en is bedoeld voor beweging. Dit houdt in dat de spier ondersteunt bij het liften van de ribbenkast, bijvoorbeeld tijdens een galopsprong of over een sprong heen.

Een paard dat uit balans loopt, bijvoorbeeld op de binnenschouder valt, zal deze spier gebruiken om de hals op te tillen, zonder dat de ribbenkast vanuit het borstbeen omhoog komt. Hierdoor zakken de ribben achter de schouder naar beneden en trekt de wervels achter de schoft naar elkaar toe.

Deze spier is niet bedoeld voor het dragen van de ruiter. Sterker nog, als een paard deze spier constant aanspant, is deze spier hard en kan het niet als kussen fungeren.

De lange rugspier die vanaf de onderrug over de rug naar voren loopt, over de schouderbladen gaat en aanhecht aan de onderste halswervels.

Belangrijk is om je paard te leren hoe een een verticaal evenwicht te vinden, zodat de lange rugspier zich kan ontspannen. In hoofdstuk Fase 1: lengtebuiging vindt je uitleg over welke oefeningen het verticaal evenwicht kunnen verbeteren en de ontspanning zullen bevorderen.