Het skelet en de invloed van de spieren

Denk maar zo, ieder paard heeft een skelet. Dit skelet is omgeven door spieren en pezen. Als we puur even alleen naar het paard kijken en er vanuit gaan dat het paard gezond is zonder ernstige blokkades, kun je stellen dat de spieren en pezen verantwoordelijk zijn voor de houding en het bewegen van het skelet.

De mate waarin een spier actief meedoet tijdens een beweging, is afhankelijk van zijn souplesse, het reflex om überhaubt mee te doen en de kracht die een spier bezit.

Omdat de spieren zo’n grote invloed op de houding en beweging van een paard hebben, is het heel praktisch om te weten wat het effect is op het lichaam bij aanspanning of ontspanning van een spier of spiergroep.

Loop je tijdens het trainen tegen een probleem aan, door de houding en de beweging te bestuderen en dit te vergelijken met de houding en beweging waar je naartoe wilt, kun je bepalen welke spiergroepen er bv sterker of soepeler moeten worden. En als je dat weet, dan kan je gaan zoeken naar de oefeningen die daarbij passen.

de wervelkolom

Om te kunnen begrijpen welke spieren een paard moet leren ontspannen, is het belangrijk om te begrijpen wat welke houding met een paard doet. En dan gaat het voornamelijk om de houding van de wervelkolom.

Waarom is de wervelkolom zo belangrijk?

Door de wervelkolom loopt het ruggenmerg. Vanuit dat ruggenmerg lopen de zenuwbanen die naar de organen en spieren lopen en er voor zorgen dat er een verbinding is tussen je hersenen en de rest van je lichaam.

Daarnaast zit er tussen iedere wervel een tussenwervelschijf. De functie van de tussenwervelschijven is de beweeglijkheid van de wervelkolom en een schokbrekereffect  garanderen.

Wat je niet wilt is het functioneren van de zenuwbanen en de tussenwervelschijven in de weg zitten. Dat betekent dat het ongezond is om de wervelkolom dicht te zetten. Om die reden is het zo belangrijk om de vorm van de wervelkolom goed in de gaten te houden tijdens de trainingen.

Verschillende houdingen wervelkolom

In een normale houding zit er genoeg ruimte tussen de wervels en lopen er geen scherpe hoeken die knelpunten veroorzaken.

Laat het paard zijn hals vallen, dan opent hij de wervelkolom naar voren toe. Hierdoor zijn er geen scherpe hoeken in de wervelkolom.

Doordat het borstbeen naar achteren gaat en de schoft zich naar voren opent, komt de rug achter de schoft omhoog.

In deze houding ontstaan er meerdere knelpunten langs de wervelkolom.

Daarnaast, doordat het borstbeen naar voren komt, zakt de rug achter de schoft naar beneden en komen daar de doornuitsteeksels dichter tegen elkaar aan te liggen.

In deze houding wordt de hals onder zo’n scherpe hoek gezet, dat voor in de hals de wervels te dicht op elkaar komen.

De rug komt achter de schoft wel omhoog, maar deze houding geeft een overstrekte onderrug.

Het openen van de wervels

Er zijn eigenlijk 2 houdingen die de wervelkolom naar voren toe open houden en geen knelpunten en overstrekkingen geven. Dank aan Equi-vita.nl voor de mooie tekeningen. Op haar blog kun je onder andere meer lezen over de biomechanica van het paard.

Je hebt de passieve gedragen houding, hierbij laat het paard zijn hals vallen en komt de neus lager dan borsthoogte.

Het paard loopt ontspannen voorwaarts-neerwaarts, waarbij de brede rugspieren stretchen en de schouderbladen en onderrug vrij kunnen bewegen.

En je hebt de relatieve opgerichtheid. In deze houding blijft het hoofd hoger, de neus is niet lager dan borsthoogte. Toch blijft de wervelkolom voor de borst mooi open staan, omdat in deze houding het paard zijn ribbenkast dichter naar zijn schouderbladen trekt en hierbij de halswervels voor de borst optilt.

Om nogmaals te benadrukken dat dichtzetten van de wervelkolom geen goed idee is, hier nog een voorbeeld.

Hier zie je een paard in relatieve opgerichtheid. De wervelkolom is mooi naar voren open. Er zijn zo min mogelijk scherpe bochten te vinden.

De rug komt bij de schoft omhoog, opent de rug in de lendenen en maakt het mogelijk voor het bekken om naar voren te kantelen. Hierdoor kan het dijbeen verder naar voren en kan het achterbeen dichter bij het zwaartepunt neergezet worden.

Hier zie je Alizee Froment met een mooie relatieve oprichting. Achter het zadel loopt de rug recht en onder het zadel loopt het in een lichte hoek omhoog. Het paard (en ruiter, ;)) hebben een tevreden en blije uitdrukking op het gezicht.

In dit plaatje een paard in absolute oprichting. Hierbij is de hals door de hand kort gezet. Dit heeft als gevolg dat de hals meerdere scherpe hoeken maakt, het borstbeen naar voren komt, de ribbenkast achter de schoft zakt en de rug hol trekt. Het bekken kantelt daardoor vanuit de onderkant naar achteren, waardoor het dijbeen niet ver naar voren kan reiken.
Hierdoor kan het achterbeen niet ondertreden en ondersteuning bieden bij het dragen van de romp.

Absolute oprichting. Als je een denkbeeldige lijn doortrekt vanaf de onderrug onder het zadel door naar de schoft, zie je dat de rug achter het zadel zelfs eerst naar beneden gaat en dan onder de voorboom pas weer omhoog. Hij paard laat daarnaast veel frustratie op het gezicht zien.