Tijdens het trainen met het paard is het belangrijk dat hij zijn verticaal evenwicht vindt. Dit is van groot belang, omdat dat ervoor zorgt dat hij de lange rugspier kan ontspannen. Zie ook Verticaal evenwicht. Het ontspannen van de lange rugspier maakt het weer mogelijk om de wervelkolom naar voren te openen. Behalve dat het openen van de wervelkolom als voordeel heeft dat alle tussenwervelschijven en zenuwbanen vrij kunnen functioneren, wordt de wervelkolom beweeglijk en kan het lengtebuiging aannemen.
Wat is Lengtebuiging?
Lengtebuiging is de buiging van de wervelkolom van oor tot staart van bovenaf gezien.
Het rijden met lengtebuiging is zo belangrijk, omdat:
- Spieren aan de binnenkant sterker worden, spieren aan de buitenkant soepeler worden.
- Gewrichten soepeler worden.
- Maakt het mogelijk om in een verticaal evenwicht te blijven tijdens wendingen.
- Binnenheup naar voren komt = binnenachterbeen zwaait meer naar het zwaartepunt!
Kenmerken van een paard in lengtebuiging is:
- Paard geeft na op binnenteugel, vult zijn hals in de buitenteugel.
- Paard rekt vanuit zijn buitenoor naar voren.
- Binnenschouder komt naar achteren, buitenschouder gaat naar voren.
- Flanken zijn aan de binnenkant licht hol, aan de buitenkant licht bol.
- Binnenheup komt naar voren, buitenheup gaat naar achteren.
Ondertreden binnenachterbeen
Doordat het paard de binnenheup naar voren brengt, zwaait het binnenachterbeen niet alleen verder naar voren, maar ook meer in de richting van het buitenvoorbeen. Daardoor komt dit been dichter onder het zwaartepunt uit en kan het paard dit been gebruiken om zich beter door de wending te dragen.
Dit noemen we het ondertreden van het binnenachterbeen.
Ondertreden van het binnenachterbeen